Ook wel genoemd
|
Wolfsgrauwe Keeshond, Blauwe keeshond en Wolfsspitz
|
Herkomst |
De Keeshond is een type hond dat vanaf circa 400 vóór Christus op verschillende plaatsen in Europa voorkwam, als bewaker van huis en hof. Pas in de 19e eeuw ontstonden naast het grote slag (dat wat kleiner was dan het slag dat nu als “groot” wordt omschreven) ook de kleinere slagen, die geliefd werden als gezelschapshond. Het ras komt voor in veel variëteiten: grootteslagen en vele kleuren. Deze is de grootste en kent slechts een kleur, wolfsgrijs. De Grote Keeshonden in de andere
kleurslagen zijn net iets kleiner dan de wolfsgrijze. |
Algemeen voorkomen |
Rijk behaarde, vierkant gebouwde honden, met een attente, levendige expressie. |
Grootte |
49 cm, met een afwijking van 6cm naar boven of
beneden |
Gewicht |
tussen de 15 en 25 kg, afhankelijk van de grootte en het geslacht |
|
Vacht |
Bovenvacht lang, recht, afstaand, fluwelig op gezicht,oren, voorkant van de benen en de voeten. Ondervacht kort en dik, wolfsgrijs (grijs gewolkt). |
|
Gebruik |
Ideale waakhond, moedig, maar niet agressief.
Aangename gezelschapshond, die niet moeilijk op te voeden is. |
|
Gezondheid |
Geen ernstige rasspecifieke gezondheidsproblemen
bekend, epilepsie komt voor.
|
|
Aard |
Vrolijk en vriendelijk, soms wat eigenwijs,
zeer nieuwsgierig. Bijzonder gehecht aan zijn eigen mensen, oplettend en leergierig. Zeer waakzaam en bij onraad snel geneigd tot blaffen. |
|
Beweging |
Vanaf 1,5 jaar kan de hond mee aan de fiets of mee op lange wandelingen. Er kan goed hondensport mee gedaan worden. |
|
Bijzonderheden |
Uiteraard vraagt de rijke beharing de nodige
verzorging, waarbij vooral de discipline om de vacht een à twee keer per week geheel door te borstelen, van groot belang is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|